Dit jaar brengt de.fundo een ode aan de natuur en de mens die zich daarin staande probeert te houden. Onze mannen zullen hun vruchtbare zaad naar het veld brengen en slechts de rijpste pruimen met u delen. De ochtenddauw op het rijke veld wordt in Hugo Wolf’s Im Sommer bijna tastbaar en de versnaperingen worden nog explicieter bezongen in het zeer studentikoze Chanson à Boire van Poulenc, waarbij een beschonken man aan het einde verschijnt. Ad fundum!
Het maartgras komt echter niet licht onder de zeis, weten ook de mannen van de.fundo. De inktzwarte lucht van de almachtige cumulonimbus kan ieder moment het land verduisteren en de eens zo rijke oogst in klei transformeren. Deze catastrofale onmacht wordt subliem vertolkt in Coruscatio van de Letse Esenvalds en in het ijzingwekkende stuk Night Signal van de Finse Klami voel je de angst haast naar de keel vliegen. Maar zelfs in barre omstandigheden brengt de leegte ook hoop en schoonheid. Gunnarshólmi van McGlynn is een ode aan de kale vlaktes en bergen van IJsland, een ijle hoge tenorstem snijdt als een koude wind door de lage aardse stemmen.
De hongerwinter na de allesverwoestende hagel zal dan ook niet in staat zijn om de.fundo’s hoop de bodem in te slaan. De kaplaarzen achterlatend bij de voordeur, neemt de Britse Marsh u mee in haar Winter’s House waar de mannen er tezamen voor zorgen dat het licht in het duister blijft branden. In deze familiaire warmte wiegen we de kinderen rustig in slaap zodat ze zorgeloos de donkere nacht kunnen doorkomen met Lullabye van Billy Joel in arrangement van Philip Lawson. Het koren van de.fundo zal niet snel in de schaduw gesteld worden!
de.fundo
Sinds 2009 verdrijft mannenkoor de.fundo de kilte uit het vaderlandsche korenlandschap. Gloedvol vertolken de zangers net zo behendig werken uit de kristallijne renaissancetraditie als rauwe vocale hoogtepunten van het hic et nunc. Per project wisselt de samenstelling van de.fundo. De plusminus zestien zangers zijn talenten die voornamelijk gerekruteerd worden uit de beter bedeelde kringen van het randstedelijk gewest.